Om te voorkomen dat u steeds wordt door- en terugverwezen, brengen we u met deze informatie op de hoogte van:

  • de verschillen tussen beide soorten
  • de verantwoordelijken voor de bestrijding
  • de kosten verdeling
  • het ontstaan van een rattenplaag en
  • wat u zelf kunt doen om een rattenplaag te voorkomen

Wat zijn de verschillen tussen een muskus- of beverrat en een bruine of zwarte rat?

Om te weten bij wie u terecht kunt met een melding over een rat, is het van belang om te weten wat voor soort rat het betreft. Om het verschil tussen een enerzijds de muskus- en beverrat en anderzijds de bruine of zwarte rat te bepalen doorloopt u de volgende vragen:

Is er water in de buurt?

De muskusrat en de beverrat bevinden zich altijd in de buurt van water, bruine en zwarte ratten kunt u ook op andere plekken tegenkomen. Bruine en zwarte ratten bevinden zich vaak in de nabijheid van vuilnis, schuurtjes, dierenverblijven of kelders, omdat ze daar vaak voedsel kunnen vinden. Een muskusrat en een beverrat blijft eigenlijk altijd in de buurt van een sloot, rivier of vijver.

Is de rat ’s avonds of overdag gezien?

Een muskusrat is een schichtig dier en laat zich overdag maar weinig zien. Ook beverratten worden niet vaak gezien en ze leven in dichte rietvelden langs de grote rivieren, waar ze niet de kans lopen om gezien te worden. De bruine en zwarte rat zijn weliswaar nachtdieren, maar worden ook regelmatig overdag gesignaleerd.

Hoe ziet de rat eruit?

De bruine rat en de zwarte rat:

  • zijn kleiner (van kop tot staart ± 15-30 cm)
  • wegen tot ± 0,5 kilo (zwarte tot 250 gram)
  • hebben een ronde staart
  • hebben een spitse snuit
  • hebben goed zichtbare, relatief grote oren

De zwarte rat verschilt van de bruine door de langere vacht, grotere oren en langere staart.

De muskusrat en de beverrat:

  • zijn groter (van kop tot staart ± 60 – 100 cm)
  • wegen tot 1,5 kilo (muskus-) of 5-7 kilo (beverrat)
  • muskusrat heeft een zijdelings afgeplatte staart
  • hebben een stompe snuit
  • hebben relatief kleine en platte oortjes

De beverrat verschilt met name door zijn omvang van de muskusrat.

Bestrijden

Uitgangspunt is dat dierplagen op een zo diervriendelijk mogelijke manier worden bestreden. Alleen als er echt geen alternatieven mogelijk zijn, kan de gemeente besluiten om dieren die overlast geven te verjagen of zelfs te laten doden.

Beschermde diersoorten en de Flora- en Faunawet

Allerlei activiteiten door burgers, bedrijven, en ook door de gemeente, kunnen leiden tot verstoring, beschadiging, vernietiging, etc. van beschermde planten en/of dieren, hun leefomgeving of hun producten (zoals eieren). Iedereen die zulke activiteiten onderneemt, moet daarbij planten en dieren zoveel mogelijk ontzien of maatregelen treffen waardoor de schade wordt verzacht of gecompenseerd.
Dit kan ingrijpende gevolgen hebben. U herinnert zich vast nog de korenwolf in Heerlen, die de aanleg stillegde van een industrieterrein, maar ook, dichter bij huis, de vleermuizen die verbleven in de school aan het Paterserf, waardoor de sloop ernstig vertraagd werd.

Bij wie kunt u terecht?

Bij wie u terecht kunt met uw vraag/melding of voor de bestrijding hangt af van de soort:

Bruine en/of zwarte rat

Sinds 1 januari 2004 moeten in de meeste gemeenten (agrarische) bedrijven of particulieren die last hebben van bruine of zwarte ratten, de bestrijding zelf regelen en betalen. Er kan in voorkomende gevallen een beroep gedaan worden op (gecertificeerde) particuliere bedrijven. Met deze bedrijven kunt u rechtstreeks contact opnemen om de ratten te bestrijden.

U kunt ook het formulier Melding Openbare ruimte invullen of telefonisch een melding doen. Een medewerker van de gemeente zal dan de situatie ter plekke komen beoordelen en adviseren over de aanpak van de rattenoverlast.

Melden rattenoverlast

Meld waarnemingen van ratten altijd bij de gemeente, ook al bent u op eigen terrein zelf verantwoordelijk voor de bestrijding. De gemeente registreert en monitort uw meldingen en kan deze met elkaar in verband brengen. Alleen door registratie van uw meldingen krijgen we een totaalbeeld van de omvang van rattenpopulaties.

Indien u ratten waarneemt dan kunt u dit bij de gemeente melden via het formulier Klachten en meldingen. Geef in uw melding aan of het om ratten op particulier terrein om gemeenteterrein betreft en of u een particulier bedrijf heeft ingeschakeld of advies van de gemeente Boekel wenst. Onze medewerkers zullen dan de situatie beoordelen en zo nodig de ratten bestrijden. Ratten passen zich gemakkelijk aan veranderende omstandigheden aan en zijn intelligente dieren. De bestrijding van ratten kan lang duren. 

Hoe ontstaat een rattenplaag?

Een verband tussen natuurontwikkeling en een vermeerdering van ratten is niet aangetoond. Wel kunnen ratten gebruik maken van een ecologische verbindingszone of verruigde oevers langs een beek of sloot om zich in te verschuilen. Omdat op deze plaatsen voor de bruine en zwarte rat te weinig voedsel beschikbaar is, zal deze snel weer op zoek gaan naar een plaats waar achtergelaten voedsel te vinden is. Het zijn cultuurvolgers die zich makkelijk aanpassen en overal leven waar voedsel gemakkelijk te halen is, opgeslagen of gemorst wordt. De bron van een rattenplaag zal dan ook altijd liggen op plekken waar voedselbronnen zoals diervoeder, slecht ingekuilde mais, slachtafval, GFT-afval, brood, e.d. voor de ratten bereikbaar zijn.

Wat kunt u zelf doen?

De beste bestrijdingsmethode van de bruine en zwarte rat is preventie. Dat kan door ervoor te zorgen dat de ratten geen voedsel vinden. Het goed schoonhouden van woningen en (agrarische) bedrijfsterreinen en het goed afsluiten van voedselopslagplaatsen is noodzakelijk. Over het algemeen is het belangrijk om onhygiënische omstandigheden, voedselaanbod en toegang te voorkomen.

Maatregelen die u zelf kunt treffen zijn bijvoorbeeld:

  • verzamel huishoudelijk afval in goed afgesloten vuilnisbakken;
  • zorg voor frequente afvoer van huisvuil;
  • geen voedselresten op de composthoop;
  • vermijd lekkende kranen, plasjes en putjes;
  • repareer de riolering indien nodig;
  • stapel verpakte veevoeders los van de muren en in losstaande stapels;
  • gebruik zoveel mogelijk harde en duurzame materialen voor het opslaan van mogelijk voedselaanbod;
  • geef dieren in buitenverblijf zoveel voer als nodig en haal het voer voor de nacht weg;
  • verwijder achtergebleven gewassen of vruchten op het land of ploeg ze in;
  • sluit toegang tot gebouwen en riolering goed af;
  • maak naden, kieren en scheuren dicht;
  • houd klimplanten minimaal 60 cm bij ramen en muren vandaan.