Project ‘Skip die trip’ van start na groot drugsonderzoek

dinsdag 20 sep 2022

Hoe normaal of niet-normaal is het gebruik van drugs onder jongeren en jongvolwassen in Oost-Brabant? Welke factoren beïnvloeden deze norm? En wat is de invloed van de norm op het drugsgebruik? Belangrijke vragen die aanleiding gaven voor de grote drugsmonitor die eind vorig jaar door het regioproject ‘Skip’ (samenwerking van 32 gemeenten, GGD Hart voor Brabant en GGD BZO en Novadic-Kentron) werd uitgevoerd. Ruim 11.000 jongeren in de leeftijd 16 tot met 27 jaar deden mee aan het onderzoek. De resultaten en conclusies geven belangrijke aanknopingspunten voor de vervolgstappen in het project.

Eigen gebruik

De mate waarin drugs ‘normaal gevonden wordt’ hangt af van het eigen gebruik. Jongeren die zelf drugs gebruiken vinden drugsgebruik normaal, terwijl de helft van de jongvolwassenen die nooit drugs hebben gebruikt drugsgebruik ‘niet normaal’ vindt.

Soort drug en setting

Daarnaast zijn ook de soort drugs en de setting waarin wordt gebruikt van invloed op de norm. Uit het onderzoek komt naar voren dat cannabisgebruik het meest normaal wordt gevonden. Onder jongvolwassenen die zelf drugs gebruiken zien we dat het gebruik van cannabis door jongvolwassenen zelfs normaler wordt gevonden dan roken (97% versus 92%). Onder jongvolwassenen die het laatste jaar geen drugs hebben gebruikt vindt 58% cannabisgebruik normaal.
Cannabisgebruik bij vrienden thuis (49%), op een (huis)feest bij vrienden (33%) of thuis alleen (zonder anderen) (33%) wordt het meest normaal gevonden.
Na cannabis wordt het gebruik van xtc het meest normaal gevonden. Van de gebruikers vindt 80% het normaal om xtc te gebruiken. Eén op de vijf niet-gebruikers vindt het normaal als iemand xtc gebruikt. Xtc-gebruik is met name genormaliseerd op festivals (gebruiker is iemand die het laatste jaar een drugssoort heeft gebruikt, niet-gebruiker heeft het laatste jaar geen drugs gebruikt, red)

De attitude

Naast de norm is ook onderzocht welke houding jongeren ten opzichte van drugsgebruik hebben. Een positieve attitude verhoogt de kans op middelengebruik.
Uit de monitor blijkt dat jongvolwassenen het vaakst een positieve houding hebben ten aanzien van cannabis, xtc en tripmiddelen. Gebruikers zijn positiever dan nooit-gebruikers. 89% van de gebruikers heeft een positieve houding over cannabis, Eén op de vijf nooit-gebruikers heeft ondanks dat ze zelf niet gebruiken een positieve attitude ten aanzien van cannabis.
Wat ouders, vrienden en leeftijdsgenoten denken en doen is belangrijk voor jongvolwassenen en heeft invloed op het al dan niet gebruiken van drugs.

Als ouders duidelijk aangeven dat ze het niet oké vinden als hun kind drugs gebruikt heeft dit een preventieve werking.
De meerderheid van de jongvolwassenen overschat het drugsgebruik door leeftijdsgenoten.

Redenen om niet te gebruiken

De meest genoemde redenen door jongeren om geen drugs te gebruiken zijn; dat het niet bij zijn/haar leven past, dat iemand gezond wil leven en controle wil hebben.

Hoe nu verder?

Vanuit de samenwerkende gemeenten, de beide GGD’en en Novadic-Kentron worden onder de vlag van het regioproject ‘SKIP’ de komende jaren beleid, interventies en communicatiematerialen ontwikkeld. Deze hebben als doel om het het niet-gebruik van drugs te versterken en het gebruik minder normaal te maken. Hierbij wordt vooral gewezen op het positieve alternatief in plaats van het ‘wijzende vingertje te gebruiken’. 

De resultaten van deze monitor geven hiervoor belangrijke aanknopingspunten en bepalen steeds de focuspunten. Voor 2022 en begin 2023 zijn dit:

  • Het informeren en betrekken van het (professionele) netwerk  van de jongeren en jongvolwassenen
  • Het denormaliseren van cannabisgebruik
  • Het ontmoedigen van XTC-gebruik in de partyscene (festivals en uitgaan)

Alle acties worden zo doelgroepgericht mogelijk ontwikkeld en uitgerold. Dit is een traject waarvoor een ‘lange adem’ is vereist en waarbij kleine stapjes de optelsom van een groot resultaat zijn. Er worden bewezen effectieve of goed onderbouwde methoden ingezet en er wordt gewerkt met pilots en proeftuinen zodat effecten snel geëvalueerd kunnen worden.
Massa mediale communicatie met de doelgroep over drugsgebruik is bewust niet de gekozen strategie aangezien dit eerder normaliserend dan denormaliserend zal werken.